De EGZ is een groep mensen
die Jezus wil volgen
en omzien naar anderen én elkaar.

De zegen van 2 Korinthiërs

Bekijk de presentatie  pdf met de bijbelteksten.
Lees hieronder de tekst van de preek, in het Nederlands en in het Engels.

Preek 5 juli 2020
2 Korintiërs 13: 13 De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de Heilige Geest zij met u allen.

Inleiding

Wat is het fijn om weer bij elkaar te zijn, elkaar weer te zien. Kamran en Sotoude zijn erbij, Nader is er speciaal voor teruggekomen uit Wageningen. Wat een feest. Maar het is wel anders. We kunnen elkaar niet aanraken, we moeten op afstand van elkaar blijven. We kunnen niet samen zingen. Maar ik geloof dat er kracht vanuit gaat als gelovigen samenkomen, al is het aangepast. En dat we straks naar buiten mogen gaan met een zegen. Over deze zegen wil vandaag met jullie nadenken.

Deze zegenwens staat helemaal aan het einde van 2 Korinthiërs. Het is de zegen die we vaak aan het einde van de dienst uitspreken.

De genade van de Heer Jezus Christus

Om te begrijpen wat de genade is die Paulus hier bedoelt kijken we naar 2 Kor. 8:9: Tenslotte kent u de  liefde (lett.:  genade)die onze  Heer Jezus Christus  heeft  gegeven: hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden opdat u door zijn armoede rijk zou worden. 2 Kor. 8:9.

De Zoon van God was rijk. Hij is de schepper van hemel en aarde. Zijn grootheid, almacht, wijsheid, heerlijkheid was onbeperkt. Engels dienden en aanbaden Hem. Als Schepper bezat Hij alles. En Hij heeft dat allemaal achter zich gelaten, zich leeggemaakt, en is een mens geworden, geboren in een arm eenvoudig gezin, en toen Hij mens was is Hij God gehoorzaam geweest. En God leidde Hem naar de dood, een schandeljke dood, aan het kruis. Helemaal onderin het gebouw van Madam Tussaud’s in Londen is een soort gruwelruimte. Daar worden allerlei executies afgebeeld. Mensen gaan daar kijken om lekker te gruwelen. De dood van Jezus was nog vele malen gruwelijker en schandelijker, zoals Hij daar hing aan het kruis. Zo arm is Hij geworden voor jou en mij. Daar droeg Hij jouw en mijn zonden, en om de straf darvan voor ons te dragen hing Hij daar.

Er was niets in ons dat wij het verdienden dat Hij dat voor ons heeft gedaan. Hij deed het uit genade en uit liefde. Hij werd arm om ons rijk te maken. En zijn genade is nu nog even groot. Hij is opgestaan uit de dood, heeft de naam boven alle naam ontvangen. En zijn genade is er vandaag volop. In Romeinen staat dat we zijn gerechtvaardigd uit zijn genade (Rom.3:23). Dat wil zeggen dat we vergeven zijn, omdat Hij onze zonden gedragen heft, maar meer nog, dat God ons rechtvaardig verklaart, net zo rechtvaardig als de Heer zelf is, puur uit genade. En de opgestane Heer is elke dag bij je, Hij leeft in je. Zoals een druiventros de goeikracht ontvangt van de wijnstok, zo is de opstandingskracht van de opgestane Heer de kracht in jou om te groeien en steeds meer op Hem te lijken. Hij is elke dag aanwezig in je leven. Zo rijk heeft Hij je gemaakt.

De liefde van God

Nergens anders vinden we in de zegenwens aan het einde van een brief de liefde van God genoemd. Wat bijzonder. Juist wanneer Paulus schrijft aan een gemeente waar van alles mis is, zegent Paulus hen met de liefde van God. Want die liefde van God is onvoorwaardelijk. God hield van de Korintiërs en Hij houdt van jou.

Deze hoop zal niet worden beschaamd, omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is. Toen wij nog hulpeloos waren is Christus immers voor ons, die op dat moment nog schuldig waren, gestorven. Er is bijna niemand die voor een rechtvaardig mens wil sterven; slechts een enkeling durft voor een goed mens zijn leven te geven. Maar God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Rom.5:5-8

God houdt onvoorwaardelijk van jou. Dat laat Paulus hier zien als hij schrijft dat God zijn liefde toonde doordat Christus stierf toenwij nog zondaren waren.  Jezus stierf niet voor rechtvaardige mensen, niet voor goede mensen, mar voor zondaren. Zijn liefde is onvoorwaardelijk! En God houdt nu nog net zoveel van jou als toen Hij zijn eigen Zoon gaf om voor jou te sterven. En die liefde heeft Hij uitgegoten in ons hart, een diep besef dat Hij van je houdt.

Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu door zijn genade gered. (Efeziërs 2:4-5).

Het was de barmhartigheid en de liefde van God, waardoor Hij jouw hart opende en je ogen opende voor wat Jezus voor jou gedaan heeft. Wij waren dood voor God dor onze znden, maar Hij maakte ons levend met Christus. Dat heeft Hij gedaan puur uit liefde en genade, zonder dat we het verdienden.

Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld hem niet kent (1 Johannes 3:1).

God houdt zoveel van jou dat een je kind van God bent. Dat was zo toen Johannes dit opschreef en dat is nog steeds zo. God houdt van je als zijn kind, Hij zorgt voor je, elke dag, is bij je betrokken. Wij waren een keer bij een optreden van Samson en Gert in België. Onze kinderen waren nog klein. De ouders mochten alleen achter dranghekken staan, om het terrein heen, terwijl de kingeren op het terrein zaten. Wat denk je dat we deden? We speurden het terrein af tot we onze eigen kinderen zagen. En hadden eigenlijk vooral oog voor hen. Want we houden van hen. Zo kijkt God ook voortdurend naar jou, ziet je tussen al die andere mensen en waakt over je, want je bent zijn kind!

Deze zegenwens vraagt God om je steeds opnieuw bewust te maken van de enorme liefde die God voor je heeft.

en de eenheid met de Heilige Geest zij met u allen

Het woord eenheid betekent zoiets als een hechte onderlinge band hebben. Je kunt deze zin op twee manieren opvatten en het is niet helemaal duidelijk welke de goede is. De zin kan betekenen dat we een hechte band met de Heilige Geest hebben. De Heilige Geest woont in jou en werkt in jou. Hij is gekomen om voor altijd bij je te zijn en in je te zijn, voortdurend, of je het nu wel of niet voelt. Wat geeft dat een zekerheid. De zegenwens geeft je de zekerheid vandeze eenheid met de Heilige Geest. De zin kan ook betekenen de eenheid van de Heilige Geest, dus de eenheid van ons onderling die de Heilgie Geest geeft. Dat is net zo goed waar. Wat bijzonder dat Paulus aan deze gemeente waar zoveel onderlinge ruzie is, deze zegen uitspreekt. En de Geest is nog steeds dezelfde. Wij hebben ook een moeilijke tijd achter de rug, waarin mensen boos waren, zijn weggegaan. De eenheid was ver te zoeken. Dan is de zegenwens ook voor ons: de Heilige Geest herstelt de onderlinge eenheid, en Hij begint met jouw en mijn hart!

Deze zegen is niet alleen voor onszelf.

Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft. Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die hij liefheeft, en ga de weg van de liefde, zoals Christus, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God (Efeziërs 4:32-5:2).

Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest (Filippenzen 2:1-2).

Deze zegen heeft in zich dat wij genadig zijn voor anderen, zoals de Heer dat is voor ons, dat wij elkaar vergeven e naanvaarden, zoals Christus ons vergeeft en aanvaardt. Dat wij de ander leren liefhebben zoals God van ons houdt. Dat wij de eenheid van de Geest zoeken.God zegent ons, zodat wij anderen zegenen.

Zegen.

Paulus spreekt de zegenwens uit voor allemaal, al die gelovigen in Korinthe, waar zoveel mis was. Wij zijn ook niet volmaakt. Dat zijn wijzelf niet, en dat is de gemeente niet. Maar deze zegen is ook voor jou persoonlijk en voor ons samen als gemeente. Ook in deze tijd.

Introduction

How wonderful to be together again, to see each other again. Kamran and Sotoude are there, Nader has come back from Wageningen especially for it. What a celebration. But it is different. We can’t touch each other, we have to keep our distance. We cannot sing together. But I believe there is strength when believers come together, eventhough thngs are not the same as they were before. And at the end of the service we will be able to leave with God’s blessing. Today I would like to reflect on this blessing with you.

This blessing is at the very end of 2 Corinthians. It is the blessing we often pronounce at the end of the service.

May the grace of the Lord Jesus Christ, and the love of God, and the fellowship of the Holy Spirit be with you all (2 Corinthians 13:13).

The grace of the Lord Jesus Christ

To understand the grace that Paul means here we look at 2 Cor. 8: 9: For you know the grace of our Lord Jesus Christ, that though he was rich, yet for your sake he became poor, so that you through his poverty might become rich. 2 Cor. 8: 9.

The Son of God was rich. He is the Creator of heaven and earth. His greatness, omnipotence, wisdom, glory was unlimited, infinite. Angels served and worshiped Him. As Creator, He possessed everything. And He left all that behind, emptied himself, and became a man, born in a poor simple family, and when He was man, He obeyed God. And God led Him to death, a shameful death, on the cross. At the very bottom of the Madam Tussaud’s building in London there is a kind of horror room. All kinds of executions are depicted there. People go there to have a good time watching these depictions. Jesus’ death was even more horrifying and shameful than these executions, as He hung there on the cross. He has become so poor for you and me. There He bore your and mine sins, and to bear the penalty for us He hung there.

There was nothing in us to deserve his doing that for us. He did it out of grace and out of love. He became poor to make us rich. And his grace is just as great today. He rose from the dead, received the name above all names. And his grace is abundant today. In Romans Paul says that we are justified by his grace (Rom. 3:23). That is, we are forgiven because He has borne our sins, but even more, that God declares us righteous, just as righteous as the Lord Himself is, purely out of grace. And the risen Lord is with you every day, He lives in you. Just as a bunch of grapes receives the stength to grow from the vine, so the resurrection power of the risen Lord is the power in you to make you  grow and to become more and more like Him. He is present in your life every day. He has made you so rich.

The love of God

Nowhere else in the blessings at the end of a letter do we find the love of God mentioned. How special. Paul writes this blessing Corinthians, of all chuches, a church where so much is wrong. Paul blesses this church with the love of God. Because that love of God is unconditional. God loved the Corinthians and He loves you.

And hope does not put us to shame, because God’s love has been poured out into our hearts through the Holy Spirit, who has been given to us. You see, at just the right time, when we were still powerless, Christ died for the ungodly. Very rarely will anyone die for a righteous person, though for a good person someone might possibly dare to die. But God demonstrates his own love for us in this: While we were still sinners, Christ died for us (Romans 5:5-8).

God loves you unconditionally. Paul shows this here when he writes that God showed his love because Christ died when we were still sinners. Jesus did not die for righteous people, nor for good people, but for sinners. His love is unconditional! And God loves you just as much now as when He gave His own Son to die for you. And He poured that love into our hearts, a deep realization that He loves you.

But because of his great love for us, God, who is rich in mercy, made us alive with Christ even when we were dead in transgressions—it is by grace you have been saved. And God raised us up with Christ and seated us with him in the heavenly realms in Christ Jesus, in order that in the coming ages he might show the incomparable riches of his grace, expressed in his kindness to us in Christ Jesus. (Ephesians 2: 4-7).

It was the mercy and love of God through which He opened your heart and opened your eyes to what Jesus did for you. We were dead to God because of our sins, but He quickened us with Christ. He did that purely out of love and grace, without us deserving it.

See what great love the Father has lavished on us, that we should be called children of God! And that is what we are! The reason the world does not know us is that it did not know him. (1 John 3: 1).

God loves you so much that you are a child of God. That was the case when John wrote this down and it still is. God loves you as his child, He takes care of you every day, is involved with you. We were once at a performance by Samson and Gert in Belgium. Our children were still small. The parents were only allowed to stand behind crush barriers around the site, while the kids were on the site. What do you think we did? We scanned the grounds until we saw our own children. And really had an eye only for them. Because we love them. That is how God constantly looks at you, sees you among all those other people and watches over you, because you are his child!

This blessing asks God to make you aware again and again of the tremendous love that God has for you.

and the fellowship of the Holy Spirit be with you all

The word fellowship means something like a close bond. You can interpret this sentence in two ways and it is not entirely clear which is the right one. The phrase may mean that we have a close relationship with the Holy Spirit. The Holy Spirit dwells in you and works in you. He has come to be with you forever and to be with you constantly whether you feel it or not. What assurance this provides. The blessing gives you the assurance of this unity with the Holy Spirit. The sentence can also mean the unity of the Holy Spirit, that is, the our unity among one another that the Holy Spirit gives. That is equally true. How special it is that Paul pronounces this blessing on this congregation where there is so much quarreling among themselves. And the Spirit is still the same. We have also gone through a difficult time when people were angry, and there was a lack of unity. Then this blessing is also for us: the Holy Spirit restores unity, and He starts with your and my heart!

This blessing is not only for ourselves.

Be kind and compassionate to one another, forgiving each other, just as in Christ God forgave you. Follow God’s example, therefore, as dearly loved children and walk in the way of love, just as Christ loved us and gave himself up for us as a fragrant offering and sacrifice to God. (Ephesians 4: 32-5 : 2)

Therefore if you have any encouragement from being united with Christ, if any comfort from his love, if any common sharing in the Spirit, if any tenderness and compassion, then make my joy complete by being like-minded, having the same love, being one in spirit and of one mind. (Philippians 2: 1-2).

This blessing implies that we are gracious to others, as the Lord is to us, that we forgive and accept one another, as Christ forgives and accepts us. That we learn to love the other as God loves us. That we seek the unity of the Spirit, God blesses us, so that we bless others.

Blessing.

Paul expresses the blessing to all, all those believers in Corinth where so much was wrong. We are also not perfect. We are not that, and the church is not. But this blessing is also for you personally and for us together as a church. Even today.